Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • over·zit·ten
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord overzitten -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het overzitteno

  1. het overdoen van een leerjaar of cursus bij onvoldoende vordering
    • Het overzitten wordt in het moderne onderwijs als laatste redmiddel gezien. 
Synoniemen

Gangbaarheid

59 % van de Nederlanders;
87 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be