zittenblijven
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zit·ten·blij·ven
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zitten en blijven
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zittenblijven | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het zittenblijven o
- het overdoen van een leerjaar of cursus bij onvoldoende vordering
- Het zittenblijven is op deze school de laatste jaren zienderogen toegenomen.
Gangbaarheid
- Het woord zittenblijven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zittenblijven" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be