zithoogte
- zit·hoog·te
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zithoogte | zithoogten zithoogtes |
verkleinwoord |
de zithoogte v
- de afstand van de vloer tot zitting van een stoel of bank
1. de afstand van de vloer tot zitting van een stoel of bank
- Het woord zithoogte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron DRIES VAN DEN ELZEN“Eerste testnotities: BMW X4” (29 mei 2014), De Telegraaf
- ↑ Weblink bron ANNEMARIE MOERMAN“’Op deze boot kun je solo fantastisch zeilen’” (10 okt. 2018), De Telegraaf