Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stil·zit·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
stilzitten
zat stil
stilgezeten
klasse 5 volledig

Werkwoord

stilzitten

  1. inergatief letterlijk onbeweeglijk zitten
    • Hij kreeg het niet voor elkaar de kinderen stil te laten zitten. 
  2. inergatief overdrachtelijk geen actie ondernemen
    • Er werd bij de concurentie ook niet stilgezeten. 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be