• uit·zit·ten
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
uitzitten
zat uit
uitgezeten
klasse 5 volledig

uitzitten

  1. overgankelijk een vooraf bepaalde tijd ergens gedwongen verblijven; voltooien van een gevangenisstraf
    • Die straffen worden zelden in hun geheel uitgezeten. 
     De rechtbank veroordeelde Bakker vorig jaar nog tot een gevangenisstraf van 4,5 jaar, waarop Bakker in hoger beroep ging. Bakker is direct vrijgelaten omdat hij de achttien maanden cel al in voorarrest heeft uitgezeten. Hij was zelf niet aanwezig in de rechtbank.[1]
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]
  1.   Weblink bron “Voormalige verslavingsgoeroe Keith Bakker krijgt fors lagere straf in hoger beroep” (13 jul 2022), NU.nl
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be