• voor·zit·ten

voorzitten

  1. leiding geven aan een vergadering
    • Zij zat de vergadering van aandeelhouders voor. 
100 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be