ren
- Geluid: ren (hulp, bestand)
- IPA: / rɛn / (1 lettergreep)
- (Noord-Nederland): /rɛn/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /rɛn/
- ren
- zn: in de betekenis van ‘kippenloop’ aangetroffen vanaf 1540 [1]
- ww: rennen ww zonder de uitgang -en
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ren | rennen |
verkleinwoord | rennetje | rennetjes |
- (veeteelt) verblijf voor kippen
[B] ren m
- (sport) (meestal in meervoud) een snelheidsproef op de weg of in het terrein
- Een snelheidsproef in de lucht of het water noemt men nooit een ren of rennen.
vervoeging van |
---|
rennen |
ren
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rennen
- Ik ren.
- gebiedende wijs van rennen
- Ren!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rennen
- Ren je?
- ▸ Ik heb vaak haast en ren door het leven.[2]
2. een snelheidsproef op de weg of in het terrein
- Het woord ren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ren" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "ren" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
ren m
ren
ren m
ren
Periodiek systeem der elementen (pol) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|
- IPA: /rɛn/
ren m
- (evenhoevigen) rendier
- (scheikunde), (element) Re, renium
[1] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
nominatief | ren | reny |
genitief | rena | renów |
datief | renowi | renom |
accusatief | rena | reny |
instrumentalis | renem | renami |
locatief | renie | renach |
vocatief | renie | reny |
ren m
ren
ren
- kant (vorm van vlechtwerk)
Naar frequentie | 1254 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | ren | renen | renar | renarna |
genitief | rens | renens | renars | renarnas |
ren, g
stellend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|
ren |
renare |
renast |
ren