rod

Niet te verwarren met: roď

Duits

Uitspraak

• IPA: /ʁoːt/
• Geluid:  rod    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• rod

Werkwoord

rod

1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd gebiedende wijs bedrijvende vorm van roden

Gelijkklinkende woorden

• rot
• Rot

Synoniemen

• rode

Engels

Uitspraak

• Geluid:  rod    (hulp, bestand)

Woordherkomst en -opbouw

• erfwoord van Middelengels rod/rodde, Angelsaksisch rodd. Verder te herleiden tot Protogermaans *rudd-, Indo-Europees *reudh-.

enkelvoud	meervoud
rod	rod

Zelfstandig naamwoord

rod

1. roede [2], staaf, stang
2. roede [1]
3. (visserij) hengel
4. (anatomie) staafje, staafcel (v.h. oog)
5. (anatomie), (informeel) lul [1], pik [1], roede [6]

Synoniemen

• [3] fishing rod

Nedersaksisch

Uitspraak

• IPA: /ɾɔu̯t/

Woordafbreking

• rod

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het Oudsaksische rōd

Bijvoeglijk naamwoord

rod

1. (kleur) rood

Schrijfwijzen

räot raud raut

rood root rot

Nedersorbisch

Uitspraak

• IPA: /rɔt/

Woordafbreking

• rod

Zelfstandig naamwoord

rod m

1. (biologie) geslacht; sekse, het man of vrouw zijn
2. (familie) afstamming, herkomst
3. (grammatica) geslacht; grammaticaal geslacht, genus

Pools

Periodiek systeem der elementen (pol)
H He Li Be B C N O F Ne Na Mg Al Si P S Cl Ar K Ca Sc Ti V Cr Mn Fe Co Ni Cu Zn Ga Ge As Se Br Kr Rb Sr Y Zr Nb Mo Tc Ru Rh Pd Ag Cd In Sn Sb Te I Xe Cs Ba * Hf Ta W Re Os Ir Pt Au Hg Tl Pb Bi Po At Rn Fr Ra ** Rf Db Sg Bh Hs Mt Ds Rg Cn Nh Fl Mc Lv Ts Og ↓ * La Ce Pr Nd Pm Sm Eu Gd Tb Dy Ho Er Tm Yb Lu ** Ac Th Pa U Np Pu Am Cm Bk Cf Es Fm Md No Lr

Uitspraak

• IPA: /rɔt/

Woordafbreking

• rod

Zelfstandig naamwoord

rod

1. (scheikunde), (element) rodium, rhodium; scheikundig element met atoomnummer 45. Het is een zilverwit overgangsmetaal

Afkorting

• Rh

Hyperoniemen

• pierwiastek chemiczny
• pierwiastek
• metal

Afgeleide begrippen

• rodowy

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Riograndenser Hunsrückisch

Uitspraak

• IPA: /roːt/

Woordafbreking

• rod

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het Middelhoogduitse rōt

Bijvoeglijk naamwoord

rod

1. (kleur) rood

Schrijfwijzen

• root

Afgeleide begrippen

• weinrod

Slowaaks

Uitspraak

• IPA: /rot/

Woordafbreking

• rod

Zelfstandig naamwoord

rod m

1. (familie) geslacht; de afstammelingen van één persoon
2. stam, volk, natie
3. (biologie) geslacht; genus, taxon, samengesteld uit een of meer soorten; geslachten worden gegroepeerd in families
4. (familie) afstamming, herkomst
5. (grammatica) geslacht; grammaticaal geslacht, genus
6. (grammatica) diathese; genus verbi

Synoniemen

1. rodina, dynastia, pokolenie, plemeno, krv
2. národ m, ľud m, kmeň, plemeno
3. genus
4. pôvod
5. genus
6. genus verbi

Typische woordcombinaties

• ľudský rod

Verwante begrippen

rodový rodokmeň rodiť rodič rodička rodina rodisko rodný rodák

pôrod pôrodnica zrodiť zrodiť sa zrodenie zrod zárodok súrodý súrodenec

národnosť národ narodenie narodeniny prvorodený obrodiť obrodenie obrodenec

odrodiť sa odrodilec odroda prerodiť sa prerod urodiť sa úroda príroda

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /rɔt/

Woordafbreking

• rod

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het Proto-Slavische *rodъ

Zelfstandig naamwoord

rod monbezield

1. (familie) geslacht; de afstammelingen van één persoon
2. stam, volk, natie
3. (biologie) geslacht; genus, taxon, samengesteld uit een of meer soorten; geslachten worden gegroepeerd in families
4. (familie) afstamming, herkomst
5. (grammatica) geslacht; grammaticaal geslacht, genus
6. (grammatica) diathese; genus verbi

Verbuiging

	enkelvoud	meervoud
nominatief	rod	rody
genitief	rodu	rodů
datief	rodu	rodům
accusatief	rod	rody
vocatief	rode	rody
locatief	rodu / rodě	rodech
instrumentalis	rodem	rody

Synoniemen

1. rodina v, dynastie, pokolení o, plemeno o, plémě o, krev
2. kmen monbezield, plemeno o, plémě o, národ monbezield
3. genus monbezield
4. původ monbezield
5. mluvnický rod monbezield, genus monbezield
6. slovesný rod monbezield, genus verbi

Afgeleide begrippen

národ monbezield odrůda v porod m přerod m příroda v

rodák mbezield rodič mbezield rodidla rodina v rodiště o

rodit rodný rodokmen monbezield rodopis monbezield rodový

rozrod monbezield sourodý úroda v zrod monbezield

Typische woordcombinaties

• lidský rod monbezield

Verwante begrippen

národnost v národopis monbezield národopisec m národopisný narození o narozeniny obrodit obrozenec m obrození o odrodit se odrodilec porodit

porodní porodnice v porodník m porodnost v přerodit se přírodopis monbezield přírodopisec m přírodopisný přírodověda v přírodovědec m přírodovědný

přirozenost v přirozený prvorozený rodácký rodící se rodička v rodičovství o rodilý rodinný rodopisec m rodopisný

rozený sourozenec mbezield urodit se úrodnost v urozenost v urozený zárodek m zrození o zrozený zrodit zrodit se

Paroniemen

• roď

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)