film
- film
1,2,4,5 | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | film | |
verkleinwoord |
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘strook met film- of fotobeelden’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1912 [1]
3 | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | film | films |
verkleinwoord | filmpje | filmpjes |
de film m
- (natuurkunde) een dunne laag
- De film van olie op het water gaf een regenboogeffect.
- een dun en oprolbaar medium om beelden op te nemen in een camera
- Met de opkomst van de digitale camera wordt er steeds minder film verkocht.
- (filmkunst) een opname van bewegende beelden die een verhaal vertelt
- "Stuart Little" is een bekende film.
- (filmkunst) de filmindustrie
- Werkt hij niet voor de film?
- een opgenomen en vastgelegd bewegend beeld
- Heb je dat op film? Ja, het staat hier op de harde schijf.
- ▸ Ze maakten uitgebreid filmpjes en juichten bij elke donderslag terwijl ik juist dieper in mijn slaapzak kroop. Ik voelde me klein en uiterst kwetsbaar.[2]
|
1. een dunne laag
|
2. een dun en oprolbaar medium om beelden op te nemen in een camera
3. een opname van bewegende beelden die een verhaal vertelt
vervoeging van |
---|
filmen |
film
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van filmen
- Ik film.
- gebiedende wijs van filmen
- Film!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van filmen
- Film je?
film
- bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord
- filmkijken: Ik kijk graag film.
- Het woord film staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "film" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "film" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | film | films |
film
- (natuurkunde) film; een dunne laag
- film; een dun en oprolbaar medium om beelden op te nemen in een camera
- (filmkunst) film; een opname van bewegende beelden die een verhaal vertelt
- film; een vastgelegd bewegend beeld in een medium
film
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het is een van de Indonesische woorden van Nederlandse oorsprong.
film
film
- (natuurkunde) film; een dunne laag
- film; een dun en oprolbaar medium om beelden op te nemen in een camera
- (filmkunst) film; een opname van bewegende beelden die een verhaal vertelt
- –
- –
- rolprent
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- IPA: /fʲilm/
film m
film
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- film
- (natuurkunde) film; een dunne laag
- film; een dun en oprolbaar medium om beelden op te nemen in een camera
- (filmkunst) film; een opname van bewegende beelden die een verhaal vertelt
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | film | filmy |
genitief | filmu | filmů |
datief | filmu | filmům |
accusatief | film | filmy |
vocatief | filme | filmy |
locatief | filmu | filmech |
instrumentalis | filmem | filmy |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)