Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • film·maak·ster
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord filmmaakster filmmaaksters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de filmmaaksterv

  1. (filmkunst) (beroep) regisseuse van een een (speel)film
     In het Muzee in Scheveningen wordt de scheepsramp vandaag herdacht. Er is een expositie met voorwerpen die op dertig meter diepte bij de wrakken zijn opgedoken. Ook gaat vandaag de documentaire The Live Bait Squadron van filmmaakster en sportduiker Klaudia Bartelink in première, die later ook op Omroep West wordt uitgezonden.[1]
     Het prestigieuze filmfestival draait natuurlijk niet alleen om controversiële films, maar ook om de prijzen die er worden uitgereikt. Dit jaar is de Nieuw-Zeelandse filmmaakster Jane Campion voorzitter van de jury. Zij won in 1993 als eerste en enige vrouw een Gouden Palm, de belangrijkste prijs, voor haar film The Piano.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Maino Remmers
    “"De schepen zonken één voor één"” (Woensdag 24 september 2014, 12:10), NOS
  2.   Weblink bron “"Tumult hoort bij festival Cannes"” (Woensdag 14 mei 2014, 10:28), NOS