Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • film·kij·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord filmkijker filmkijkers
verkleinwoord filmkijkertje filmkijkertjes

Zelfstandig naamwoord

de filmkijkerm

  1. (filmkunst) iemand die naar een (speel)film kijkt
     De advocaat vs. de filmkijker: "Het is duidelijk dat we niet de intentie hebben om met iedereen in de rechtszaal te belanden", zegt advocaat Niels Hald-Nielsen tegen DR.dk. Hij wil eruit komen met de mensen, zonder de hele procedure. "Maar aan de andere kant is het ook wel duidelijk dat als we er niet uitkomen, we uiteindelijk wel in de rechtszaal belanden."[1]
     Volgens hem kun je daar op twee manieren naar kijken. "De gemiddelde filmkijker let niet zo op welk bedrijf achter een film zit. Vroeger had elke studio nog zijn eigen stempel, maar tegenwoordig is dat niet meer zo. Ik denk ook niet dat iemand het verschil echt weet. Mensen bekijken gewoon het aanbod, kiezen een film uit en gaan daarnaartoe."[2]


Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Denen kijken filmpje op Popcorn Time, brief op de mat” (Zaterdag 26 september 2015, 13:57), NOS
  2.   Weblink bron
    Filip Dujic
    “Record na record: wat betekent de enorme macht van Mickey Mouse?” (Zaterdag 10 augustus 2019, 11:45), NOS