Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • film·quiz
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord filmquiz filmquizzen
verkleinwoord filmquizje filmquizjes

Zelfstandig naamwoord

de filmquizm

  1. wedstrijd waarbij deelnemers zoveel mogelijk vragen over speelfilms correct moeten beantwoorden
    • De filmquiz is zo’n beetje het enige moment waarop filmnerds iets kunnen met hun kennis, die in het normale leven volstrekt nutteloos is. [1]
Hyperoniemen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen