Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voor·film
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord voorfilm voorfilms
verkleinwoord voorfilmpje voorfilmpjes

Zelfstandig naamwoord

voorfilm m [1]

  1. een korte film die men vertoon vóór de hoofdfilm
    • Buddy, met in de hoofdrollen acteurs Daniel Cornelissen en Tobias Nierop, vertelt over een jongen die de liefde van zijn ex probeert terug te winnen door hem bij te staan tijdens een hiv-onderzoek. De film zal later dit jaar in de Nederlandse bioscopen te zien zijn als voorfilm in het programma van de Pathé Gay Night en het Gay & Lesbian Summer Film Festival, dat langs verschillende steden tourt. [2] 
    • Als voorfilmpje wordt de nieuwe clip van hiphopcollectief Praat van de Straat vertoond, waarin metrolijn 53 - waar het station aan ligt - een belangrijke rol speelt. [3] 
  2. korte reclamefilm die bestaat uit beelden van een later te vertonen hoofdfilm
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

86 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen