Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • film·lo·ca·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord filmlocatie filmlocaties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de filmlocatiev

  1. (filmkunst) plaats waar een film opgenomen wordt
     Het is de vraag van de dag op Urk: figureer ik in de film Dunkirk of niet? Vandaag kreeg een aantal inwoners van het dorp al een voorvertoning te zien van de bioscoopfilm die morgen in première gaat, omdat de gemeente wekenlang als filmlocatie diende. Urkers mochten vijf minuten zien in de Dunkirk-truck, een minibioscoop met 25 stoelen.[1]
     Geliefde filmlocatie is een stembureau in het Gemeentemuseum. Bezoekers die daar gaan stemmen, mogen meteen gratis de Mondriaantentoonstelling bezoeken. Of een stembureau in de buurt van een molen. “Vooral Japan en China willen vaak ook meteen typisch Nederlandse opnamen maken, zoals van kinderboerderijen en bloemen.” Het Belgische De Morgen maakt een roadtrip door Nederland.[2]
     Negen jaar geleden werd Khan al eens veroordeeld tot een jaar cel wegens het schieten van gazellen. In datzelfde jaar kwam daar nog eens vijf jaar cel bij wegens het stropen van een zeldzame gazelle op een filmlocatie. Op borgtocht kwam hij toen vrij, in afwachting van een hoger beroep dat nog moet beginnen.[3]
Synoniemen


Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Op Urk is niet eens een bioscoop, maar toch wil iedereen Dunkirk zien” (Woensdag 19 juli 2017, 19:28), NOS
  2.   Weblink bron
    Ardi Vleugels
    “Waarom de buitenlandse pers de lenzen richt op onze verkiezingen” (Vrijdag 10 maart 2017, 06:04), NOS
  3.   Weblink bron “Bollywoodster moet vijf jaar de cel in” (Woensdag 6 mei 2015, 14:58), NOS