• film·pre·mi·è·re
enkelvoud meervoud
naamwoord filmpremière filmpremières
verkleinwoord

de filmpremièrev / m

  1. de feestelijke eerste keer dat een film voor een publiek wordt vertoont
     Het is niet alleen omdat niemand een wodka jus beter, in de juiste proporties, klaar kan maken dan je moeder - je wilt niet de indruk van gulzigheid wekken. Terwijl ik vermoed dat je 'm behoorlijk weet te raken. Dat heb ik trouwens wel gemerkt na afloop van de filmpremière van Het leven uit een dag.[1]
     Prins William had afgelopen donderdag tijd voor een filmpremière[2]
  1. “Tonio : een requiemroman” (2011), De Bezige Bij  , ISBN 9789023467014
  2.   Weblink bron “Prins William werkte drie weken undercover bij geheime diensten” (07-04-2019), NOS