• film·ca·me·ra
enkelvoud meervoud
naamwoord filmcamera filmcamera's
verkleinwoord filmcameraatje filmcameraatjes

de filmcamerav / m

  1. een toestel om snel opeenvolgende beelden vast te leggen op een lichtgevoelig medium (film) zodat ze later opnieuw bekeken kunnen worden
    • Een digitale videocamera is de opvolger van de filmcamera.