Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • film·werk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord filmwerk filmwerken
verkleinwoord filmwerkje filmwerkjes

Zelfstandig naamwoord

het filmwerko

  1. (filmkunst) het maken van een film; heT werk van een cameraman
     Bekende televisiemakers en journalisten besloten daarop hun krachten te bundelen en een jaarlijkse wedstrijd te organiseren, ter nagedachtenis aan de moedige en ervaren cameraman. Vorig jaar won Ivo Coolen, met een reportage over Caïro. Het jaar daarvoor sleepte Rachid el Mourif de prijs mee naar huis voor zijn filmwerk in Haïtie. Joris Hentenaar won de eerste editie van de Stan Storimansprijs voor zijn camerawerk in de reprtage 'Gevecht tegen een onzichtbare vijand'.[1]
  2. (filmkunst) een werkstuk dat ontstaan is door filmen
     Zijn speelfilmdebuut maakte hij in 1981 met Gangster Wars. Tot zijn bekendste filmwerk behoort Miller's Crossing, Barton Fink, The Man Who Wasn't There, The Crow, Highlander en The Freshman met Marlon Brando.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Cameraman Rekko wint Stan Storimansprijs” (Vrijdag 12 oktober 2012, 17:44), NOS
  2.   Weblink bron “'Coen brothers'-acteur Jon Polito overleden” (Vrijdag 2 september 2016, 21:10), NOS