Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • film·be·zoek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord filmbezoek filmbezoeken
verkleinwoord filmbezoekje filmbezoekjes

Zelfstandig naamwoord

het filmbezoeko

  1. de keer dat men naar een bioscoop gaat om een speelfilm te bekijken
     Nationale bioscoopbonnen die 1 april of later zijn gekocht, zijn niet meer geldig bij de 21 Pathé-bioscopen. Bonnen die eerder zijn gekocht, kunnen nog wel ingeruild worden voor een filmbezoek. In veel andere bioscopen 'het leukste cadeau in het donker' nog wel inwisselbaar.[1]


Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Nationale Bioscoopbon niet meer inwisselbaar bij Pathé” (Woensdag 1 april 2015, 15:45), NOS