filmspeler
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: filmspeler (hulp, bestand)
Woordafbreking
- film·spe·ler
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van film en speler
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | filmspeler | filmspelers |
verkleinwoord | filmspelertje | filmspelertjes |
Zelfstandig naamwoord
de filmspeler m
- iemand die in films speelt, een filmacteur
- apparaat dat films kan afspelen
Gangbaarheid
- Het woord 'filmspeler' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.