Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • film·beeld
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord filmbeeld filmbeelden
verkleinwoord filmbeeldje filmbeeldjes

Zelfstandig naamwoord

filmbeeld o [1]

  1. elk van de beelden die samen een film vormen
    • Een film heeft tegenwoordig 24 filmbeelden per seconde. Doordat deze 24 stilstaande beelden zo snel achter elkaar worden geprojecteerd ontstaat de illusie van beweging 

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen