zorg
- zorg
- In de betekenis van ‘toewijding’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 901
- In de betekenis van ‘ongerustheid’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1285 [1]
- erfwoord, via het Middelnederlands sorge van het Oudnederlands sorga, dat weer komt van het veronderstelde Germaans *surgō; cognaat met Duits Sorge of Engels sorrow [2][3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zorg | zorgen |
verkleinwoord | zorgje | zorgjes |
- ongeruste overweging
- Geldgebrek is een hele zorg.
- ▸ Vorige week trok er een dikke laag van zwarte rook over steden in Brazilië. In één stad was het zelfs een uur helemaal donker door de rook. Veel mensen zijn bezorgd. Ook kenners maken zich zorgen, zoals professor Bongers. Hij werkt bij de universiteit.[4]
- verpleging, voorzien in een behoefte
- Hij nam de zorg op zich voor zijn zieke vader.
- het geheel aan medische voorzieningen in een bepaald land of gebied
- ▸ De NZa wil met de gegevens van uiteindelijk 800.000 ggz-patiënten een beter beeld creëren van de zorg die nodig is. Daartoe moeten behandelaars per patiënt een online scorelijst invullen. Ook zorgverzekeraars kunnen van de informatie gebruikmaken bij het inkopen van zorg. Behandelaars die geen of onjuiste gegevens aanleveren, kunnen na een waarschuwing een dwangsom opgelegd krijgen.[5]
|
1. behoedzame overweging
2. verpleging, voorzien in een behoefte
vervoeging van |
---|
zorgen |
zorg
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zorgen
- Ik zorg.
- gebiedende wijs van zorgen
- Zorg!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zorgen
- Zorg je?
- Het woord zorg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zorg" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[6] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "zorg" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ zorg op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron nieuwsbegrip.nl“Bosbranden in het Amazonegebied” (26-8-2019), CED-groep
- ↑ Weblink bron “Kritiek op verplicht aanleveren van informatie ggz-patiënt bij toezichthouder” (21-7-2022), NOS
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be