zielzorg
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ziel·zorg
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ziel en zorg [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zielzorg | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (religie) zorg van de geestelijkheid voor het heil van de gelovigen
Gangbaarheid
- Het woord zielzorg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zielzorg" herkend door:
80 % | van de Nederlanders; |
79 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be