• zorg dra·gen


stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
zorg dragen
droeg zorg
zorg gedragen
klasse 6 volledig

zorg dragen

  1. zorgen.
     "De bagageafhandelingsbedrijven en de luchtvaartmaatschappijen die zorg dragen voor deze processen hebben net als wij bij de beveiliging te maken met personeelstekorten", zegt een woordvoerder van Schiphol desgevraagd. Daardoor zijn passagiers en de koffers niet meer op hetzelfde moment op dezelfde plek.[1]


  1.   Weblink bron “Na de reizigers hopen nu de koffers zich op op Schiphol” (29 juni 2022), NU.nl