• zor·gen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
zorgen
zorgde
gezorgd
zwak -d volledig

zorgen

  1. zorg dragen
    • Zorg dat je er bent vrijdag! 
     De zon was nog niet op en met mijn hoofdlamp checkte ik nog een laatste keer al mijn spullen om te zorgen dat ik niets zou vergeten.[2]
  2. veroorzaken
     Dit zware weer had voor een flinke deuk in mijn zelfvertrouwen gezorgd en had duidelijk sporen bij me achtergelaten.[2]
     Maar om te zorgen dat de boog niet instortte in de harde wind moest je een vakwerk van hout en planken bouwen dat vanaf de bodem van het dal omhoogging — er waren enorme hoeveelheden hout nodig om de ondersteuning sterk genoeg te maken.[3]

de zorgenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord zorg
    • De Turkse regering maakt zich zorgen om de vrijheid van pers en meningsuiting in Nederland(!!!) [4] 
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[5]
  1. zorgen op website: Etymologiebank.nl
  2. 2,0 2,1
    Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  3. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044628142
  4. www.rtlnieuws.nl
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be