• zorg·cen·trum
enkelvoud meervoud
naamwoord zorgcentrum zorgcentra
zorgcentrums
verkleinwoord zorgcentrumpje zorgcentrumpjes

het zorgcentrumo

  1. het centrum waar zorg geleverd wordt.
    • In het zorgcentrum kreeg mevrouw fysiotherapie. 
     Het idee voor een camping voor de oudere bewoners van zorgcentra stamt uit 2016. Toen was er voor een eerst een pop-upkampeerterrein bij verzorgingshuis Hof van Smeden in Emmeloord.[1]
  1.   Weblink bron “97 jaar oud en toch op de camping in Emmeloord” (23 juni 2022), NOS