Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zorg·plicht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zorgplicht zorgplichten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zorgplichtv / m

  1. de verplichting om zorgvuldig om te gaan met de belangen van anderen.
  2. het eerst moeten nagaan of je in staat bent aan de verplichtingen te voldoen voordat een bank of andere financiële instelling aan iemand of een bedrijf een krediet verschaffen.
  3. de plicht van een zorgverzekeraar te zorgen dat zijn verzekerden toegang hebben tot de zorg die zij nodig hebben.
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid