zorgdragend
- Geluid: zorgdragend (hulp, bestand)
- zorg·dra·gend
- samenstelling van zorg en dragend
stellend | |
---|---|
onverbogen | zorgdragend |
verbogen | zorgdragende |
partitief | zorgdragends |
zorgdragend
- goed passend op wat aan iemands zorg toevertrouwd is.
- De zorgdragende hulpverlener deed zijn werk opperbest.
- Het woord zorgdragend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.