zorgzaam
- zorg·zaam
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | zorgzaam | zorgzamer | zorgzaamst |
verbogen | zorgzame | zorgzamere | zorgzaamste |
partitief | zorgzaams | zorgzamers | - |
zorgzaam
- met de nodige zorg
- geneigd tot het verlenen van zorg aan anderen
- De zorgzame verpleegkunde was zeer vriendelijk tegen haar oude patiënt.
1. met de nodige zorg
zorgzaam
- met veel liefdevolle aandacht
- ▸ In een rolletje, naast zijn zadel, hing een oude paardedeken. En die legde hij zorgzaam om de schouders van Sinterklaas.[1]
- "Het was een fijn werk en al deden zijne vingers het ook nog zoo zorgzaam, toch was het eene pijnlijke behandeling, die zij onderging. Maar zijne teederheid deed haar de pijn vergeten."[2]
- ▸ In een rolletje, naast zijn zadel, hing een oude paardedeken. En die legde hij zorgzaam om de schouders van Sinterklaas.[1]
- Het woord zorgzaam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zorgzaam" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat , p. 13
- ↑ Louis Couperus (1890), Eline Vere.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be