zorglijk

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  zorglijk    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• zorg·lijk

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van zorg met het achtervoegsel -lijk

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	zorglijk	zorglijker	zorglijkst
verbogen	zorglijke	zorglijkere	zorglijkste
partitief	zorglijks	zorglijkers	-

Bijvoeglijk naamwoord

zorglijk

1. zorg veroorzakend of zorg uitdrukkend.

   • Dat was een zorglijke situatie. 

Schrijfwijzen

• zorgelijk

Gangbaarheid

• Het woord zorglijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zorglijk" herkend door:

63 %	van de Nederlanders;
58 %	van de Vlamingen.