Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zorg·stel·sel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zorgstelsel zorgstelsels
verkleinwoord zorgstelseltje zorgstelseltjes

Zelfstandig naamwoord

het zorgstelselo

  1. (economie) een stelsel en systematiek voor de regulering van de zorgvoorziening
    • In het nieuwe zorgstelsel is iedereen verplicht verzekerd voor ziektekosten. 
Synoniemen
Verwante begrippen

Meer informatie

Vertalingen

Gangbaarheid