Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zorg·leer·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zorgleerling zorgleerlingen
verkleinwoord zorgleerlingetje zorgleerlingetjes

Zelfstandig naamwoord

de zorgleerlingm

  1. een leerling die extra zorg nodig heeft om mee te komen.

Gangbaarheid

88 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be