geboortezorg

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  geboortezorg    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ge·boor·te·zorg

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  geboorte zn  en  zorg zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	geboortezorg
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de geboortezorg v / m

1. de medische zorg rond de zwangerschap en de bevalling

   ▸ Het zou te duur zijn om het open te houden en er was onvoldoende personeel om alles te blijven doen. In de afgelopen jaren is het ziekenhuis steeds verder uitgekleed. Zo verdween de geboortezorg volledig naar HMC Westeinde in het centrum van Den Haag.

   ▸ Actievoerders van platform Noodalarm Geboortezorg hebben een petitie in de Tweede Kamer aangeboden. In de petitie, die bijna 190.000 keer is ondertekend, worden Kamerleden opgeroepen om het plan van minister Kuipers voor een integraal tarief voor geboortezorg te blokkeren.

Gangbaarheid

• Het woord 'geboortezorg' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.