geboorte
- Geluid: geboorte (hulp, bestand)
- IPA: / ɣəˈbortə / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /χəˈbo̝ːrtə/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ɣəˈboːrtə/
- ge·boor·te
- In de betekenis van ‘het ter wereld komen’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
- Naamwoord van handeling van baren met het omvoegsel ge- -te, met een vergelijkbaar vocalisme als geboren [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geboorte | geboorten geboortes |
verkleinwoord | - | - |
de geboorte v
- bevalling, actie waarbij een organisme uit zijn/haar moeder komt en aan zijn zelfstandige leven begint
- een beginpunt
- Dat was de geboorte van een nieuw tijdperk.
- (bouwkunde) onderste deel van een boog of gewelf
|
1. actie waarbij een organisme uit zijn/haar moeder komt en aan zijn zelfstandige leven begint
- Het woord geboorte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "geboorte" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "geboorte" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ geboorte op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be