• ge·boor·te·vlek
enkelvoud meervoud
naamwoord geboortevlek geboortevlekken
verkleinwoord geboortevlekje geboortevlekjes

de geboortevlekv / m

  1. (medisch) een zichtbare, meestal gepigmenteerde huidaandoening
    • Er zijn dus nu zeven exemplaren van Zhu Jianqiang. Het klonen was nodig omdat het inmiddels weer 150 kilo wegende varken gecastreerd werd enkele maanden voor de aardbeving. De zes biggetjes - met het DNA identitiek aan hun vader - lijken volgens waarnemers als twee druppels water op Zhu Jianqiang. Ze hebben ze bijvoorbeeld allemaal een geboortevlek bij hun ogen.[2] 
    • Voor alle zekerheid vroegen ze mij om te controleren of de jongen een geboortevlek op zijn nek had. Dat was zo. Dus vroegen ze mij om de jongen naar Charlerloi te brengen.'[3] 
95 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]