• moe·der·vlek
  • In de betekenis van ‘huidvlek waarmee men geboren is’ voor het eerst aangetroffen in 1761 [1]
  • samenstelling van  moeder  en  vlek 
enkelvoud meervoud
naamwoord moedervlek moedervlekken
verkleinwoord moedervlekje moedervlekjes

de moedervlekv / m

  1. een zichtbare, meestal gepigmenteerde huidaandoening
    • Hoewel de naam moedervlek wellicht suggereert dat de afwijking aangeboren is, is dit meestal niet het geval. 
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]