Verschillende stadia tijdens de bevalling

?

  • be·val·ling
  • Naamwoord van handeling van bevallen met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud meervoud
naamwoord bevalling bevallingen
verkleinwoord bevallinkje bevallinkjes

de bevallingv

  1. het baren van een kind
    • Na de bevalling werd de navelstreng doorgeknipt. 
    • Wij vloggen alles en daar hoort de bevalling van onze jongste dochter ook bij”, vertelt moeder Fara. “Een kindje dat ter wereld komt, is het grootste wonder dat bestaat. Wij laten het echte leven zien, daar hoort dit ook bij. [1] 
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]