• na·vel·streng
enkelvoud meervoud
naamwoord navelstreng navelstrengen
verkleinwoord navelstrengetje navelstrengetjes

de navelstrengv / m

  1. (anatomie) snoer dat de vrucht aan de moederkoek verbindt
  2. (anatomie) steel waarmee de zaadknop aan de zaaddrager bevestigd is
98 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be