geboortecijfer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·boor·te·cij·fer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van geboorte en cijfer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geboortecijfer | geboortecijfers |
verkleinwoord | geboortecijfertje | geboortecijfertjes |
Zelfstandig naamwoord
het geboortecijfer o
- (demografie) een getal dat aangeeft hoeveel geboorten er in een gebied in een bepaalde tijd hebben plaatsgevonden
- Het geboortecijfer is in veel arme landen uitzonderlijk hoog.
Verwante begrippen
Vertalingen
1. een getal dat aangeeft hoeveel geboorten er in een gebied in een bepaalde tijd hebben plaatsgevonden
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord geboortecijfer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.