• ge·bo·ren
stellend
onverbogen geboren
verbogen -

geboren

  1. ter wereld gebracht, gebaard (gezegd over mensen of dieren)
    • Ik ben in Brussel geboren. 
     Ook Erik Zomerhuis (40) rijdt helmloos langs de gracht, zijn dochtertje Noor zonder helm voorop. Hij heeft wel nagedacht over het aanschaffen van een helm, toen Noor werd geboren, "maar het is er nooit van gekomen".[1]
     Paus Franciscus, geboren als Jorge Mario Bergoglio, schudde het Vaticaan op en kwam op voor de zwakkeren in de samenleving. Maar kritiek was er ook, onder meer uit conservatieve hoek[2]
  2. begonnen, ontstaan (overdrachtelijk)
    • Deze oplossing is uit nood geboren. 
  3. door herkomst of natuurlijke aanleg (een bepaalde eigenschap bezitten)
    • Mevrouw De Vries, geboren Jansen. 
     Ik had in tijden niet zo gelachen, hij was extreem geestig en een geboren entertainer.[3]
  • Als je voor een dubbeltje geboren bent, word je nooit een kwartje.
Wanneer je uit een arm gezin komt, zul je nooit rijk worden.
  • Hij is in ~ geboren en getogen.
Hij is in ~ ter wereld gekomen en opgegroeid. (~ staat voor een plaatsnaam)
  • Dichters worden niet gemaakt, maar geboren.
Je wordt dichter door eigen aanleg, niet doordat anderen je het leren.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[4]
  1. Bronlink geraadpleegd op 16 april 2025 Weblink bron
    Noor de Kort
    “Nederlanders willen geen fietshelm, maar dat gaat misschien veranderen” (16 april 2025), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 21 april 2025 Weblink bron “Bedroefde reacties op dood van paus: 'Miljoenen mensen geïnspireerd'” (21 april 2025), NOS
  3. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be