begonnen
- be·gon·nen
- vervoeging van beginnen: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs) maar met een klinkerwisseling i-o (IPAː /ɪ/ - /ɔ/)
vervoeging van |
---|
beginnen |
begonnen
- meervoud verleden tijd van beginnen
- Wij begonnen.
- Jullie begonnen.
- Zij begonnen.
- Wij begonnen.
- voltooid deelwoord van beginnen
- ▸ Ze waren begonnen met het vermoorden van burgers door niet alleen Berlijn maar ook andere Duitse steden te bombarderen.[1]
- ▸ 'Nee, haar privéleraar in Franse conversatie, ze was daarmee begonnen om voor alle talen het hoogste cijfer te krijgen en wilde extra aan haar Frans werken, ging steeds regelmatiger naar de stad, belde naar huis om te zeggen dat ze bij vriendinnen bleef slapen, ja je begrijpt het wel.[1]
- Het woord begonnen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "begonnen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ 1,0 1,1 Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be