• be·gon·nen
vervoeging van
beginnen

begonnen

  1. meervoud verleden tijd van beginnen
    • Wij begonnen. 
    • Jullie begonnen. 
    • Zij begonnen. 
  2. voltooid deelwoord van beginnen
     Ze waren begonnen met het vermoorden van burgers door niet alleen Berlijn maar ook andere Duitse steden te bombarderen.[1]
     'Nee, haar privéleraar in Franse conversatie, ze was daarmee begonnen om voor alle talen het hoogste cijfer te krijgen en wilde extra aan haar Frans werken, ging steeds regelmatiger naar de stad, belde naar huis om te zeggen dat ze bij vriendinnen bleef slapen, ja je begrijpt het wel.[1]
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]
  1. 1,0 1,1
    Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044628142
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be