Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·boor·te·aan·gif·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord geboorteaangifte geboorteaangiften
geboorteaangiftes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de geboorteaangiftev

  1. inschrijving van een pasgeborene bij de burgerlijke stand
     Wayne pakt een vel geschept papier uit het kistje. 'Het bewijs van mijn geboorteaangifte. Wat ben ik toch oud.'[1]
     Sinds één jaar woont het koppel weer in de binnenstad van Hengelo. Vorige week dinsdag, op de zesde van augustus, kwam zoon Oliver in het MST-ziekenhuis in Enschede ter wereld. Bijzonder, vindt de omgeving van het koppel, maar ook de medewerker bij de geboorteaangifte in Enschede die liet weten ‘nooit eerder gehoord te hebben’ van een gezin met kinderen uit de twee partnersteden.[2]
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Carla de Jong
    “Geheim leven” (2019), Ambo Anthos, ISBN 9789026346132
  2.   Weblink bron “‘Partnerstadfamilie’ geboren in Twente: Oliver in Enschede, Max in Palo Alto” (16-08-2019), Tubantia