• cli·en·ten·zorg
enkelvoud meervoud
naamwoord cliëntenzorg
verkleinwoord

de cliëntenzorgv / m

  1. de zorg die door een instelling aan cliënten wordt geleverd
     De voormalig voorzitter van de raad van bestuur bedankt op de website de medewerkers: ”Victas is een ontzettend mooie organisatie, die effectieve en efficiënte zorg levert en daar ook door zorgverzekeraars om wordt geprezen. Dit hadden we echt niet verwacht. Ik bedank al onze loyale medewerkers, die ervoor hebben gezorgd dat ook de afgelopen onzekere week onze cliëntenzorg onverminderd door is gegaan”, aldus Herman Geerdink.[1]
     De Raad van Toezicht wil niet in­gaan op de motieven. „We discussieren niet via de krant”, zegt voor­zitter I. Titulaer. „Het is een verdrietige zaak en wij willen zorgvuldig omgaan met alle betrokkenen. Bovendien moeten we verder met de cliëntenzorg.”[2]
  1.   Weblink bron “Verslavingszorgverlener Victas failliet” (Dinsdag 5 april 2016, 20:05), NOS
  2.   Weblink bron
    Marthy Rothe
    “Directie Mediant uit functie gezet” (m14-07-2007), Tubantia