Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pleeg·zorg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pleegzorg pleegzorgen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de pleegzorgv / m

  1. het stelsel waarbij kinderen niet door hun eigen biologische ouders, maar door vervangende ouders verzorgd en opgevoed worden
    • De meeste mishandelingen hadden plaats in de jaren 60 en 70 en bij de residentiële jeugdzorg en pleegzorg. Het ging vaak om een combinatie van psychisch en fysiek geweld, soms gepaard met seksueel misbruik.[1] 
    • De 37-jarige Bell was zaterdag bij een event van een organisatie die als missie heeft ervoor te zorgen dat er minder baby’s van tienermoeders in de pleegzorg terechtkomen.[2] 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. de Telegraaf 21 nov. 2017
  2. de Telegraaf 20 nov. 2017
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be