straat
- Geluid: straat (hulp, bestand)
- IPA: / strat / (1 lettergreep)
- (Noord-Nederland): /strat/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /strat/
- straat
- Van Oudnederlands strāta. Verder te herleiden tot Latijn (zie hieronder). [1] In de betekenis van ‘weg’ voor het eerst aangetroffen in 1210 [2]
|
|
|
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | straat | straten |
verkleinwoord | straatje | straatjes |
- een weg tussen de huizen in een bewoonde plaats [1]
- De meeste straten in woonwijken zijn gevuld met auto's.
- ▸ In South Lake Tahoe dook hij weer eens op en vertelde me dat een onbekende man hem in Bishop op straat had horen gitaarspelen.[3]
- smalle doorgang tussen twee zeeën, een zee-engte, zeestraat [4]
- reeks machines of arbeidsplaatsen in een productielijn, een productiestraat
|
1. een weg tussen de huizen in een bewoonde plaats
|
|
2. een smalle doorgang tussen twee zeeën
- Het woord straat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "straat" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ 1,0 1,1 straat op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "straat" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ straat op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be