Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • woon·straat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord woonstraat woonstraten
verkleinwoord woonstraatje woonstraatjes

Zelfstandig naamwoord

de woonstraatv / m

  1. straat met luw verkeer waardoor het prettig voor mensen is om er te wonen