Zee-engte
  • zee-eng·te
enkelvoud meervoud
naamwoord zee-engte zee-engten
zee-engtes
verkleinwoord

de zee-engtev

  1. smalle doorgang tussen twee zeeën en daarmee tevens de scheiding tussen twee landmassa's
76 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[2]