Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dorps·straat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dorpsstraat dorpsstraten
verkleinwoord dorpsstraatje dorpsstraatjes

Zelfstandig naamwoord

de dorpsstraatv / m

  1. straat of weg in een dorp, meer in het bijzonder de belangrijkste
    • Een man die een kruiwagen vol dode konijnen door een dorpsstraat duwt - dat akelige beeld vormde een van de oudste herinneringen van de Britse schrijver Richard Adams.[1] 
     'Op drukke dagen hadden we hier enorme files. Er stond zelfs een gendarme op een rond podiumpje het verkeer te regelen', zegt ze, wijzend op een totaal verlaten kruispunt. Velen hebben zowaar heimwee naar die legendarische files van volgepakte auto's die zich door smalle dorpsstraten wurmden.[2]
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Schrijver Waterschapsheuvel ‘was niet zo goed in mensen’, NRC Handelsblad, 27 december 2016
  2.   Weblink bron
    Peter Giesen
    “Route Nationale 7, leuker dan de Route du Soleil” (30 juli 2014), de Volkskrant