Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • straat·tuig
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord straattuig
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het straattuigo

  1. mensen die zich in de openbare ruimte misdragen
    • Korpschef Gerard Bouman van de Nationale Politie pleit er vandaag in de Telegraaf voor dat de rechterlijke macht straattuig dat tijdens de jaarwisseling geweld gebruikt tegen hulpverleners harder aanpakt. [1] 
    • Het gaat vooral om straattuig voordat dat in aanraking komt met de politie. „Het is voor veel mensen een enorme ergernis als je kinderen ziet die een straat of buurt terroriseren met hun wangedrag. [2] 
    • Een beetje vrome moslim is niet erg dol op kroost dat jat, molesteert, scheldt, fraudeert, vernielt. Zijn zedenlievende godsdienst hecht namelijk bijzonder sterk aan law & order, ze is barmhartig voor hen die tot inkeer komen, maar ongenadig voor ordeverstoorders en ander schorem. Niet alleen in sharia-landen (Saudi-Arabië, Nigeria, Iran, e.a.) maar in vrijwel alle moslimlanden lachen ze om onze fluwelen aanpak van straattuig. Saoediërs hakken doodleuk de dievenhand af terwijl in Sudan de vernielzuchtige kan rekenen op 88 openbare stokslagen met ruwe bamboe. En wie in Marokko een politieman durft uit te schelden mag in de bak alvast zijn achterste nat maken. Oké, een knieschot is misschien wat gortig, maar bottom line is de PVV de ummah tamelijk behulpzaam door haar te zuiveren van rotte appels. [3] 
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Tubantia 31 dec. 2013 Jongeren in Veen: politie trad te hard op
  2. De Telegraaf MAARTEN RITMAN 03 nov. 2017 Ouders straattuig op het matje
  3. De Standaard 30 SEPTEMBER 2010 Moslims beter af met PVV