straattheater
  • straat·the·a·ter
enkelvoud meervoud
naamwoord straattheater straattheaters
verkleinwoord

het straattheatero

  1. (toneel) een theatervorm die in de openbare ruimte wordt uitgevoerd
     ... je had bed-ins, love-ins, sit-ins, psych-outs, turn-ons/tune-ins/drop-outs, Grateful Dead, paddo’s, Hendrix, Joplin en goochelaars en straattheater en de westkust en seksuele revolutie en weed, hasj, speed, lsd, bongs en Boeddha en Strawberry Fields, dat zich van Washington Square uitstrekte naar Central Park en het leek allemaal zo vreemd ...[1]
     De Wijk sluit zich daarbij aan. "Terrorisme is een wrede vorm van straattheater. Als mensen niet kijken, is de act niet geslaagd. Als iedereen erbovenop springt, ook de deskundigen, speel je de terroristen in de kaart. Je geeft ze een podium."[2]
  1. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium  , ISBN 9789057598500
  2.   Weblink bron “'Terrorisme is als straattheater en valt of staat bij aandacht'” (31-05-2017), NOS