street

Niet te verwarren met: Street

Engels

Uitspraak

• Geluid:  street (US)    (hulp, bestand)
• IPA: / striːt /

Woordafbreking

• street

Woordherkomst en -opbouw

• Afkomstig van de Oudengelse zelfstandige naamwoorden stret en stræt, die van het Laatlatijnse woord strata als verkorting van via strata komen; 'strata' is het vrouwelijke voltooid deelwoord van het Latijnse werkwoord sternere is

    Verwant met:

Deens: stræde Duits: Strasse Italiaans: strada Middelnederlands: strate Nederlands: straat Oudfrans: estrée Oudfries: strete Oudhoogduits: straza Oudsaksisch: strata Spaans: estrada Zweeds: stråt

Naar frequentie	598

enkelvoud	meervoud
street	streets

Zelfstandig naamwoord

street

1. (verkeer) straat (een verharde weg)
2. (verkeer) doorgaande weg of verkeersstraat
3. (verkeer) een rijbaan van een doorgaande weg of verkeersstraat
4. (verkeer) een hoofdweg of of doorgaande weg of verkeersstraat
5. (sociologie) de bewoners of gebruikers van een straat

   «The whole street gossiped about the new neighbors.»

   De hele straat roddelde over de nieuwe buren.

Synoniemen

• [3]: roadway

Antoniemen

• [3]: sidewalk
• [4]: alley
• [4]: avenue
• [4]: boulevard
• [4]: lane

Afgeleide begrippen

   

[1]: backstreet [1]: interstreet [1]: street clothes [1]: street culture [1]: street door [1]: street dress [1]: street fashion [1]: street fight [1]: street language [1]: street life [1]: street market [1]: street musician [1]: street party [1]: street pattern [1]: street price [1]: street rascal [1]: street scene [1]: street sparrow [1]: street trade [1]: street value [1]: streetcar [1]: streetless [1]: streetlike

Typische woordcombinaties

• [3]: to cross a street

een straat oversteken

Uitdrukkingen en gezegden

• [1]: on the street / in the street

dakloos, werkloos